Aandachtsgebied Katheter-gerelateerde urineweginfecties

Productsnelzoeker

Kies een categorie of subcategorie

Kathetergerelateerde urineweginfecties (CAUTI)

Factsheet

Fact sheet: CAUTI in veterinary medicine

CAUTI in de diergeneeskunde

CAUTI staat voor kathetergerelateerde urineweginfecties. Het is een type nosocomiale infectie (NI), een infectie die is opgelopen in een dierenkliniek of -praktijk.

Urineweginfecties behoren tot de meest voorkomende nosocomiale infecties in de diergeneeskunde, met een incidentie van 10% tot 32%.[1-5]

Oorzaken urineweginfecties

Een oorzaak voor de toegenomen incidentie kan zijn dat de urinekatheter de fysiologische drainage en barrièrefunctie verstoort – de urineblaas is normaal volledig leeg tijdens het plassen en de vorming van een mucuslaag op het urine-epitheel biedt verdere bescherming. De urinekatheter voorkomt dat de blaas zich volledig leegt. Daarnaast verzamelt zich urine onderaan de blaas, in de buurt van de ballon. Wanneer er een katheter geplaatst wordt, kunnen er kleine verwondingen ontstaan in het urethrale epitheel en kan ook de mucuslaag beschadigd raken. Een geplaatste katheter kan er ook voor zorgen dat er in het begin bacteriën van de peri-urethrale flora in de blaas terechtkomen.

Kort na het inbrengen van de katheter vormt er zich een biofilm aan zowel het binnen- als het buitenoppervlak van de katheter waarin de bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen.  

De kans op een urineweginfectie in de diergeneeskunde neemt toe met 20% per levensjaar, met maximaal 27% per katheterisatiedag en met 45% als de hond een antibioticabehandeling krijgt.[6] In de humane geneeskunde wordt 17% van alle nosocomiale infecties veroorzaakt door kathetergerelateerde urineweginfecties met een mortaliteit van 10%.[7]

Het pathogene reservoir van CAUTI is hoofdzakelijk de endogene flora van het maagdarmkanaal en het urogenitale kanaal, maar ook van andere infectiebronnen als gevolg van de onderbroken asepsis bij het plaatsen van de katheter.[8] Het verminderen van die nosocomiale infecties (NI) is moeilijk. Toch kan het aantal kathetergerelateerde urineweginfecties ook hier verminderd worden door snelle indicatie en vermijding van onnodige katheterdagen, evenals een goede basis- en proceshygiëne.

Hygiënehandleiding voor diergeneeskunde

Registreer je hier en download

[​1] Ruple-Czerniak A, Aceto HW, Bender JB, Paradis MR, Shaw SP, van Metre DC et al. Using syndromic surveillance to estimate baseline rates for healthcare-associated infections in critical care units of small animal referral hospitals. J Vet Intern Med 2013; 27(6):1392-9.
[​2] Lippert AC, Fulton RB, JR., Parr AM. Nosocomial infection surveillance in a small animal intensive care unit; 1988.
[​3] Ogeer-Gyles J, Mathews K, Weese JS, Prescott JF, Boerlin P. Evaluation of catheter-associated urinary tract infections and multi-drug-resistant Escherichia coli isolates from the urine of dogs with indwelling urinary catheters. J Am Vet Med Assoc 2006; 229(10):1584-90.
[​4] Smarick SD, Haskins SC, Aldrich J, Foley JE, Kass PH, Fudge M et al. Incidence of catheter-associated urinary tract infection among dogs in a small animal intensive care unit. J Am Vet Med Assoc 2004; 224(12):1936-40.
[​5] Biertuempfel PH, Ling GV, Ling GA. Urinary tract infection resulting from catheterization in healthy adult dogs. J Am Vet Med Assoc 1981; 178(9):989-91.
[​6] Bubenik LJ, Hosgood GL, Waldron DR, Snow LA. Frequency of urinary tract infection in catheterized dogs and comparison of bacterial culture and susceptibility testing results for catheterized and noncatheterized dogs with urinary tract infections. J Am Vet Med Assoc 2007; 231(6):893-9.
[​7] Gould CV, Umscheid CA, Agarwal RK, Kuntz G, Pegues DA. Guideline for prevention of catheter-associated urinary tract infections 2009. Infect Control Hosp Epidemiol 2010; 31(4):319-26.
[​8] Hooton TM, Bradley SF, Cardenas DD, Colgan R, Geerlings SE, Rice JC et al. Diagnosis, prevention, and treatment of catheter-associated urinary tract infection in adults: 2009 International Clinical Practice Guidelines from the Infectious Diseases Society of America. Clin Infect Dis 2010; 50(5):625-63.​