Een revolutionair idee voor wondsluiting
Openen, bedienen, sluiten, hechtingen verwijderen: iedereen kent de procedure voor het sluiten van wonden. Wondbehandeling is een therapiegebied met een lange traditie bij B. Braun. Het garanderen van de steriliteit van hechtingen was tot het begin van de 20e eeuw een groot probleem, omdat hechtingen alleen de wond dichten. Het is net zo belangrijk om ervoor te zorgen dat geen infecties het genezingsproces dat volgt in gevaar brengen.
Carl Braun, de kleinzoon van Julius Wilhelm Braun, reisde naar het buitenland en ontmoette interessante mensen. Een van hen was Dr. Franz Kuhn, een chirurg uit Kassel die gefrustreerd raakte door het probleem van geïnfecteerde wonden na het sluiten. Er moet een oplossing zijn, dacht hij. Hij vertelde Carl Braun over zijn idee voor steriel, resorbeerbaar hechtmateriaal. Vandaag gemeengoed, toen een revolutionair idee. In 1908 kwam het sensationele nieuws van B. Braun: voor het eerst ooit kan er steriel hechtmateriaal geproduceerd en verkocht worden. Bovendien is het materiaal volledig opneembaar, wat betekent dat het oplost als de wond bijna genezen is.
Dit was slechts één mijlpaal in de geschiedenis van wondzorgtherapie. Er volgden er nog meer: in 1935 werd het niet-resorbeerbare synthetische hechtmateriaal Synthofil A met succes op de markt gebracht. Enkele andere voorbeelden van modern wondbeheer zijn Supramid, een op nylon gebaseerd hechtmateriaal; Histoacryl, een weefsellijm voor het sluiten van huidwonden; en Monosyn, een synthetisch resorbeerbaar hechtmateriaal gemaakt van glyconaat. Door de uitwisseling van ideeën tussen wetenschappelijk onderzoek en de klinische praktijk worden tot op de dag van vandaag nieuwe, revolutionaire procedures ontwikkeld.