In Your Hands Preventie van intraveneuze kathetergerelateerde infecties

Productsnelzoeker

Kies een categorie of subcategorie

Preventie van infecties en sepsis veroorzaakt door intraveneuze katheters

Het doel van alle hygiënemaatregelen is om nosocomiale infecties te verminderen en werknemers te beschermen tegen beroepsinfecties. Om het infectiepercentage zo laag mogelijk te houden, moet je het hele proces overwegen en optimaliseren en bundelstrategieën ontwikkelen.

Focus topic

Intraveneuze kathetergerelateerde infecties

Infecties en sepsis veroorzaakt door intraveneuze katheters in de diergeneeskunde (ICRI en CABSI.

Infuustherapie

Infuustherapie

Bereiding van infuusoplossingen
De bereiding van infuusoplossingen is een aseptische activiteit. Desinfecteer het werkoppervlak en voer hygiënische handdesinfectie (bijv. Promanum® pure) uit. Zorg er bij het primen van de infuuslijn voor dat het hulpstuk niet gecontamineerd is. Infuussystemen met Primestops (bijv. Intrafix® SafeSet) helpen hierbij, omdat de beschermdop van de infuuslijn niet verwijderd hoeft te worden voor het primen. Een ander voordeel van systemen zoals de Intrafix® SafeSet is dat het systeem niet leegloopt dankzij de AirStop filter. Dit kan het aantal disconnecties verminderen en zo het risico op bacteriële besmetting van de katheter verkleinen. Omdat het loskoppelen van de infuuslijnen van de patiënt in de diergeneeskunde veel vaker moet gebeuren dan in de humane geneeskunde, zijn de aanbevelingen hier slechts beperkt toepasbaar. Maar juist daarom is grondige basis- en handhygiëne cruciaal voor preventie.

Sluit bij elke loskoppeling de infuuslijn af met een nieuwe, steriele afdichtdop en desinfecteer de Luer lock-connector met een desinfectiespray (bijv. Softasept® N) voordat deze opnieuw wordt aangesloten. 

Het gebruik van infuussystemen die zonder ventilatie werken (Ecoflac®) lijkt ook een positief effect te hebben op de vermindering van infecties.[1]

In-line filters (bacteriën- en deeltjesfilters zoals Sterifix®) zijn in staat om ernstige complicaties bij patiënten op de intensive care, zoals het optreden van sepsis, te voorkomen en moeten daarom worden gebruikt voor de infuustherapie van ernstig zieke patiënten en patiënten op de intensive care.[2-4]

Gebruikersinstructie

Excerpt: Learn all steps in PDF download

Infuus voorbereiden

Intrafix® SafeSet

Levensduur van infuussystemenn
De vervangingsintervallen voor infuussystemen zijn ongeveer 96 uur. Driewegkranen en naaldloze verbindingssystemen vallen hier ook onder. Infuussystemen waardoor lipide-oplossingen worden geleid, moeten elke 24 uur worden vervangen. Transfusiesystemen voor bloedproducten moeten elke 6 uur worden vervangen. Het hele systeem moet worden vervangen in geval van besmetting van een systeem of aanwijzingen van een katheter-gerelateerde bloedbaaninfectie.[3-5]

Preventie van intraveneuze kathetergerelateerde infecties en sepsis

Preventie van intraveneuze kathetergerelateerde infecties en primaire sepsis

Perifere veneuze katheters aanprikken

Plaatsing
De ader moet altijd worden dichtgehouden en gepalpeerd voordat er wordt geprikt. Als er tekenen van flebitis of plaatselijke huidontsteking zijn, moet een andere plaats worden gekozen. De punctieplaats moet over een groot gebied worden geschoren. Het aanprikken van aders of het plaatsen van een intraveneuze katheter is een aseptische activiteit. Daarom moet het werkoppervlak worden gedesinfecteerd en moet hygiënische handdesinfectie worden uitgevoerd. In een prospectief onderzoek in de humane geneeskunde nam het risico op kathetergerelateerde complicaties significant af na handdesinfectie, terwijl handen wassen geen invloed had op het complicatiepercentage. [5] De punctieplaats moet vervolgens worden gedesinfecteerd. Dit kan worden gedaan door te sprayen of af te vegen met een antisepticum op alcoholbasis (bijv. Softasept® N). Het is belangrijk om de contacttijd in acht te nemen.

Omwille van de veiligheid en gezondheid op het werk moeten wegwerphandschoenen met een lage kiem worden gebruikt. Vermijd re-palpatie van het vat na desinfectie. Prik door het vat en schuif de katheter in het vat, waarbij je ervoor zorgt dat de katheter de vacht niet raakt. De katheter wordt vervolgens gefixeerd en gespoeld.

Omdat het plaatsen van een veneuze katheter een invasieve procedure is, moet dit samen met de datum worden vastgelegd in het veterinair dossier van de patiënt. Kathetervervangingen moeten binnen 24 uur worden uitgevoerd [5, 6] voor katheters waarbij asepsis niet in acht is genomen, bijv. in noodsituaties.

Materiaal
Verschillende onderzoeken hebben het voordeel aangetoond van polyurethaan (PUR) en teflon ten opzichte van andere materialen op het gebied van flebitis.[7] Onze katheters zoals VasoVet®, IntroVet® en Braunüle® Vet High Flow zijn bijvoorbeeld gemaakt van PUR.

Verzorging
Handdesinfectie moet voorafgaand aan elke manipulatie worden uitgevoerd. De indicatie voor een AIF moet dagelijks worden gecontroleerd. Katheters die niet langer nodig zijn, moeten worden verwijderd. Het verband moet dagelijks worden verwisseld en de punctieplaats moet worden gecontroleerd op tekenen van infectie/flebitis. Wij adviseren een extensie met een naaldloos membraan (CareSite®) te gebruiken. Het gladde oppervlak van de CareSite® kan gemakkelijk worden gedesinfecteerd door het te besproeien of af te vegen voordat het geneesmiddel wordt aangebracht en vermindert ook de manipulatie van de katheter zelf. Dit kan op zijn beurt ook mechanische irritatie van de aderwand verminderen en het risico op contaminatie van de katheterhub vermijden.

Wanneer losgekoppeld, voorkomt de positieve druk in de CareSite® klep dat bloed de katheter binnendringt en stolt. Het gebruik van T-connectoren wordt afgeraden omdat deze worden geassocieerd met een hoger risico op contaminatie in vergelijking met Y-connectoren zoals CareSite®he C.[8]

Aanbeveling

D-VE24003 0324 Wechselintervalle von Infusionssystemen

Vervangingsintervallen van infuussystemen

Een aanbeveling van de Commissie voor ziekenhuishygiëne en infectiepreventie (KRINKO) van het Robert Koch Instituut (RKI).

Verblijfstijd
Er zijn nauwelijks studies in de diergeneeskunde over dit onderwerp. Er kan aangenomen worden dat vanwege het hoge aantal complicaties (mechanisch en inflammatoir) en de over het algemeen slechte handhygiëne, uitspraken hierover zorgvuldig overwogen moeten worden. Eén onderzoek vond dat de beste tijd om de katheter te verwisselen 36 uur was [9], terwijl andere auteurs tot 72 uur aangaven. Hoewel de kolonisatiegraad in de loop van de tijd toeneemt, lijkt dit geen effect te hebben op het infectiepercentage in vergelijking met katheters die 96 uur blijven liggen.[10] Met hygiënische behandeling en goed beheer is het niet nodig om routinematig te wisselen. Je kan ook een interval bepalen op basis van uw eigen risicoanalyse.[6]

In elk geval moeten de katheter en de infusieset worden vervangen als er tekenen van flebitis zijn.[6, 11]

Trainingen
Een goede training voor het plaatsen van intraveneuze katheters is een van de basisvereisten voor het voorkomen van katheterinfecties.

Gebruikersinstructie

Excerpt: Learn all steps in PDF download

Perifere veneuze katheter

VasoVet® / IntroVet®

Centraal veneuze katheter (CVC)

Plaatsing
Eerst worden de handen hygiënisch gedesinfecteerd voordat het werkoppervlak wordt gedesinfecteerd en steriel afgedekt. De punctieplaats wordt over een groot gebied geschoren en voorbereid zoals bij een chirurgische ingreep. We raden aan om de huid vooraf te reinigen met polyhexanideschuim. Dit verwijdert vuil, talg en micro-organismen. Na één minuut blootstelling kan het gebied worden afgedroogd met een schoon wattenstaafje. Dit wordt gevolgd door een 2-fasen desinfectie. Het gebied wordt behandeld met steriele wattenstaafjes (bijv. Askina® Sling Gauze Swabs) gedrenkt in een ontsmettingsmiddel (bijv. Braunoderm®) plus het gebruik van een korreltang (bijv. Aesculap® korreltang) of behandeld met een desinfectiespray (bijv. Braunoderm®). De dierenarts moet alle voorbereidingen treffen zoals bij elke operatie, d.w.z. een gezichtsmasker en een kap opzetten, chirurgische handdesinfectie uitvoeren (bijv. met Promanum® pure) en een steriele jas en handschoenen aantrekken (bijv. Vasco® OP Grip). De patiënt wordt steriel afgedekt en de katheter (bijv. Certofix®) wordt ingebracht en gefixeerd. De punctieplaats wordt gereinigd (Prontovet® Oplossing). Vervolgens wordt een polyhexanide wondgel (bijv. ProntoVet® Gel) op de punctieplaats aangebracht. De katheter wordt vervolgens beschermd met een steriel kompres en een verband.

Onderhoud

  • Voer voor elke manupilatie hygiënische handdesinfectie (bijv. Promanum® pure) uit.
  • Desinfecteerd de aansluitventielen, de driewegkraan en de hub voor elke toediening van medicatie of aansluiting.
  • Wissel ten minste elke 72 uur het verband of wanneer het vuil wordt.
  • Reinig de punctieplaats, samen met eventueel achtergebleven werkzame stoffen, met alcohol (Softasept® N en ProntoVet®) en bevochtig deze met een antiseptische wondgel (ProntoVet® Gel).
  • Manipulatie van de katheter en de driewegkraan kan leiden tot massale contaminatie van de katheter. Onderzoeken hebben een percentage tot 20% aangetoond.[12-16]
  • Het gebruik van naaldvrije connectoren (CareSite®) kan het contaminatiepercentage verlagen.[17-19] Voorwaarde hiervoor is dat het personeel bekend is met het product en getraind is in het gebruik voordat de naaldvrije verbinding wordt geïntroduceerd.
  • De positieve druk ventielen blijken na 7 dagen gebruik beter te zijn dan neutrale of negatieve druk ventielen (CareSite® is een positieve druk ventiel).[17, 20] Steriele 0,9% zoutoplossing wordt gebruikt voor het spoelen van katheters.[21]

 

Duur van plaatsing
Controleer indicaties dagelijks. Als er tekenen van flebitis en ontsteking op de injectieplaats worden waargenomen, moet de CVC worden verwijderd.

Trainingen
Personeel moet regelmatig en uitgebreid worden getraind in het gebruik van CVC's.

Gebruikersinstructie

Excerpt: Learn all steps in PDF download

Centraal veneuze katheter

Certofix®

Medicatie bereiden

Medicatie bereiden

Besmetting kan optreden tijdens de bereiding of reconstructie (voorbereiding voor gebruik) van geneesmiddelen, het aftappen van geneesmiddelen of de bereiding van infusieoplossingen. Dit kan weer leiden tot kathetergerelateerde infecties of infecties op de injectieplaats.

Desinfecteer vóór elke bereiding en toediening het werkoppervlak (bijv. met Meliseptol® acuut) en desinfecteer uw handen (bijv. met Promanum® pure).

Werk aseptisch. De rubberen stopper moet voor het trekken gedesinfecteerd worden. Het gebruik van een Mini-Spike® / Mini-spike® 2 wordt aanbevolen voor verpakkingen met meerdere doses.[22]

Gebruikersinstructie

Excerpt: Learn all steps in PDF download

Medicatie toediening

Injekt® / Mini-Spike® 2

Hygiënehandleiding voor diergeneeskunde

Registreer je hier en download

[​1] Maki DG, Rosenthal VD, Salomao R, Franzetti F, Rangel-Frausto MS. Impact of switching from an open to a closed infusion system on rates of central line-associated bloodstream infection: a meta-analysis of time-sequence cohort studies in 4 countries. Infect Control Hosp Epidemiol 2011; 32(1):50 8.
​[2] Jack T, Boehne M, Brent BE, Hoy L, Köditz H, Wessel A et al. In-line filtration reduces severe complications and length of stay on pediatric intensive care unit: a prospective, randomized, controlled trial. Intensive care medicine 2012; 38(6):1008 16.
​[3] Prävention von Infektionen, die von Gefäßkathetern ausgehen (Prevention of infections from vascular catheters): Hinweise zur Implementierung Informativer Anhang 2 zur Empfehlung der Kommission für Krankenhaushygiene und Infektionsprävention (KRINKO) beim Robert Koch-Institut (Notes on the implementation of informative Annex 2 to the recommendation of the Commission for Hospital Hygiene and Infection Prevention (KRINKO) at the Robert Koch Institute). Bundesgesundheitsbl 2017; 60(2):231-44.
​[4] Prävention von Infektionen, die von Gefäßkathetern ausgehen (Prevention of infections from vascular catheters): Teil 1 – Nichtgetunnelte zentralvenöse Katheter Empfehlung der Kommission für Krankenhaushygiene und Infektionsprävention (KRINKO) beim Robert Koch-Institut (Part 1 – Non-tunneled central venous catheters. Recommendation of the Commission for Hospital Hygiene and Infection Prevention (KRINKO) at the Robert Koch Institute). Bundesgesundheitsbl 2017; 60(2):171-206.
​[5] Department of Health and Human Services, Centers for Disease Control and Prevention. Guidelines for the Prevention of Intravascular Catheter-Related Infections (2011).
​[6] Prävention von Infektionen, die von Gefäßkathetern ausgehen (Prevention of infections from vascular catheters): Teil 2 – Periphervenöse Verweilkanülen und arterielle Katheter Empfehlung der Kommission für Krankenhaushygiene und Infektionsprävention (KRINKO) beim Robert Koch-Institut (Part 2 – Periphervenous indwelling cannulae and arterial catheters. Recommendation of the Commission for Hospital Hygiene and Infection Prevention (KRINKO) at the Robert Koch Institute). Bundesgesundheitsbl 2017; 60(2):207-15.
​[7] Müller C, Gehlen H. Katheterassoziierte Venenerkrankungen beim Pferd - Diagnose und Therapie in der Praxis (Catheter-associated venous disease in horses – diagnosis and therapy in practice). Tierarztl Prax Ausg G Grosstiere Nutztiere 2016; 44(3):187-94.
​[8] Jones ID, Case AM, Stevens KB, Boag A, Rycroft AN. Factors contributing to the contamination of peripheral intravenous catheters in dogs and cats. Vet Rec 2009; 164(20):616-8.
​[9] Crisi PE, Santis F de, Aste G, Tiscar PG, Mosca F, Gasparini A et al. Inflammatory, Mechanical and Infectious Complications Associated with Peripheral Intravenous Catheters in Dogs and Cats: A Risk Factor Analysis. Vet Sci 2022; 9(3).
​[10] Lai KK. Safety of prolonging peripheral cannula and i.v. tubing use from 72 hours to 96 hours. Am J Infect Control 1998; 26(1):66-70.
​[11] Naomi P. O'Grady, M.D.1, Mary Alexander, R.N.2, Lillian A. Burns, M.T., M.P.H., C.I.C.3, E. Patchen Dellinger, M.D.4, Jeffery Garland, M.D., S.M.5, Stephen O. Heard, M.D.6, Pamela A. Lipsett, M.D.7, Henry Masur, M.D.1, Leonard A. Mermel, D.O., Sc.M.8, Michele L. Pearson, M.D.9, Issam I. Raad, M.D.10, Adrienne Randolph, M.D., M.Sc.11, Mark E. Rupp, M.D.12, Sanjay Saint, M.D., M.P.H. Guidelines for the Prevention of Intravascular Catheter-Related Infections, 2011 2017.
​[12] Oto J, Nishimura M, Morimatsu H, Katayama H, Onodera M, Takahashi H et al. Comparison of contamination between conventional three-way stopcock and needleless injection device: a randomized controlled trial. Med Sci Monit 2007; 13(10):CR417-21.
​[13] Sitges-Serra A, Puig P, Liñares J, Pérez JL, Farreró N, Jaurrieta E et al. Hub colonization as the initial step in an outbreak of catheter-related sepsis due to coagulase negative staphylococci during parenteral nutrition. JPEN J Parenter Enteral Nutr 1984; 8(6):668-72.
​[14] Sitges-Serra A, Hernández R, Maestro S, Pi-Suñer T, Garcés JM, Segura M. Prevention of catheter sepsis: the hub. Nutrition 1997; 13(4 Suppl):30S-35S.
​[15] Lockman JL, Heitmiller ES, Ascenzi JA, Berkowitz I. Scrub the hub! Catheter needleless port decontamination. Anesthesiology 2011; 114(4):958.
​[16] Liñares J, Sitges-Serra A, Garau J, Pérez JL, Martín R. Pathogenesis of catheter sepsis: a prospective study with quantitative and semiquantitative cultures of catheter hub and segments. J Clin Microbiol 1985; 21(3):357-60.
​[17] Costello JM, Morrow DF, Graham DA, Potter-Bynoe G, Sandora TJ, Laussen PC. Systematic intervention to reduce central line-associated bloodstream infection rates in a pediatric cardiac intensive care unit. Pediatrics 2008; 121(5):915-23.
​[18] Yébenes JC, Vidaur L, Serra-Prat M, Sirvent JM, Batlle J, Motje M et al. Prevention of catheter-related bloodstream infection in critically ill patients using a disinfectable, needle-free connector: a randomized controlled trial. Am J Infect Control 2004; 32(5):291-5.
​[19] Bouza E, Muñoz P, López-Rodríguez J, Jesús Pérez M, Rincón C, Martín Rabadán P et al. A needleless closed system device (CLAVE) protects from intravascular catheter tip and hub colonization: a prospective randomized study. J Hosp Infect 2003; 54(4):279-87.
​[20] Harnage S. Seven years of zero central-line-associated bloodstream infections. Br J Nurs 2012; 21(21):S6, S8, S10-2.
​[21] Vose J, Odunayo A, Price JM, Daves M, Schildt JC, Tolbert MK. Comparison of heparinized saline and 0.9% sodium chloride for maintaining central venous catheter patency in healthy dogs. PeerJ 2019; 7:e7072.
​[22] Popp W. und Zastrow K-D. Hygiene-Tipp, Dezember 2008 Deutsche Gesellschaft für Krankenhaushygiene: Einzeldosisampullen oder Mehrdosenbehältnisse für Injektionen.